Als psychosociaal revalidatiecentrum werken we met mensen die psychische problemen ervaren. De doelstelling is tweeledig: enerzijds psychotherapeutisch door hen te laten spreken en te komen tot verwerking/verandering, anderzijds sociotherapeutisch door hen te reactiveren, reintegreren en te begeleiden met het oog op een eventuele arbeidshervatting. Als centrum kiezen we ervoor om kleinschalig en laagdrempelig te zijn. De residenten staan dicht bij hun thuis, de contacten met omgeving blijven behouden en de afstand tussen hen en de maatschappij is minimaal.Als therapeutisch centrum werken we in het verlengde van de ambulante geestelijke gezondheidszorg met als opdracht een intensieve psychotherapeutische begeleiding waar te maken en een langdurige psychiatrische opname te vermijden.
Deze opdracht vergt heel wat van zowel residenten als professionelen.
Van de residenten verwachten we dat ze in staat zijn een therapeutisch
proces aan te gaan. Ze moeten in de eerste plaats bereid zijn om deze
therapeutische arbeid op zich te nemen, bereid zijn naar zichzelf te gaan
kijken, een eigen aandeel kunnen zien en in staat zijn verantwoordelijkheid
op zich te nemen. Het is binnen dit proces van responsabilisering dat
de resident op zoek gaat naar zijn eigen vermogen een antwoord te formuleren
op de crisis en dat hij opnieuw in staat wordt gesteld zijn eigen keuzes
te maken. Bij de verantwoordelijkheden van de resident horen het in staat
zijn eigen medicatie te beheren, het intreden in het programma en het
regelen en invullen van vrije tijd.
Dit laatste heeft belangrijke implicaties voor onze doelgroep. In hoofdzaak
betreft het problemen van angst/depressie en neurotische problemen (vnl.
persoonlijkheidsstoornissen cluster B&C volgens DSM-IV), maar ook
relationele problemen, rouwreacties, levensfaseproblemen, hechtingsmoeilijkheden
kunnen een reden tot zorg zijn. Daar waar de aandoening een responsabiliserende
of ontdekkende houding in de weg staat, kunnen clienten niet opgenomen
worden; bvb toxicomanie, psychose, acting out...
Het therapeutisch engagement, het vertrouwen dat residenten stellen, het
mandaat dat ze ons geven, hun enthousiasme voor het leven is uiteraard
een dynamisch gegeven en fluctueert in de tijd en vraagt dus ook een professioneel
antwoord.
Als therapeutisch centrum beschikken we over professionaliteit. Onze mensen
beschikken niet alleen over de professionaliteit vanuit de eigen discipline,
maar zijn ook in staat een therapeutische interventie te doen, refererend
naar een therapeutisch denkkader. Het psychodynamische-psychoanalytische
model doet hierbij dienst als belangrijke theoretische referentie. Dit
doet geen afbreuk aan andere theoretische perspectieven maar geldt eerder
als uitnodiging tot het in dialoog treden omtrent gelijkenissen en verschillen.
Als organisatie met een psychotherapeutisch programma is het een absolute
voorwaarde een kader/structuur te hebben van waaruit het individuele proces
kan gedacht worden. Dit uitgangspunt impliceert meteen dat we werken op
het niveau van het individu.
Als therapeut weten we hoe te gaan, maar we weten niet waar naartoe. Er
is geen voorafgaande en voorgeschreven therapieweg die de cliënt met zijn
lijden slechts zou moeten volgen als remedie voor zijn lijden. Ons aanbod
is een plaats waarbinnen hij of zij uitgenodigd wordt om te spreken, zichzelf
te bevragen teneinde een individueel project mogelijk te maken. De therapeutische
finaliteit ligt wellicht in de bewustwording van de eigen onbewuste en
verdrongen conflicten. Daarnaast mogen we ook niet blind zijn voor therapeutische
hardnekkigheid en benadrukken we de client in zijn eigen competentie.
Het in kaart brengen van de diagnostiek fungeert als hoeksteen voor het behandelingsplan. Het theoretische-therapeutische weten waarover we beschikken is nodig om de cliënt te situeren, te begrijpen. Het is een werkmodel, een zich ontwikkelende visie op de cliënt en dus niet statisch-absoluut. Een dergelijke diagnostiek geeft perspectief aan de aanpak van het individuele project.
Naast een psychotherapeutische bestaat er tevens een sociotherapeutische realiteit in ons centrum. Het spreekt voor zich dat een opnameverblijf ook onderhevig is aan wetten en praktische bezwaren. Meer nog, een afwezigheid van normen doodt het verlangen. Maar normen hebben een relatieve waarde, ze bestaan nooit an sich maar in relatie tot anderen. Zodoende berusten ze op een conventie tussen de organisatie en de cliënt. In die zin kan het sociotherapeutische aspect van onze werking nooit losgekoppeld worden van het psychotherapeutische luik en omgekeerd. Dit geldt evenzo voor de verschillende disciplines. Een mens is niet afzonderlijk een sociaal, een medisch, een psychologisch of ergotherapeutisch wezen. Uiteraard zullen er inhoudelijk wel bepaalde accenten gelegd worden binnen de verschillende disciplines, maar de voornaamste doelstelling van onze voorziening is de mogelijkheid tot subjectieve verandering via een individueel spreken in deze of gene vorm.
Samen werken wij als een gedifferentieerd éénvormig
team. Allen spreken
we met cliënten en met elkaar. Er kan een poging ondernomen worden tot
het oog/oor hebben voor detail, voor het individuele parcours maar evenzeer
voor groepsdynamische processen.
De teamvergadering functioneert als een intervisie; het
is het moment om ons te bezinnen over de individuele client en alle thema’s
aan bod te laten komen met het oog op het formuleren van een zo professioneel
mogelijk antwoord. Hiervoor kiezen we een zo kritisch mogelijke invalshoek
dat betekent dat hier alle disciplines (ergotherapie, psychologie, psychiatrie,
sociale wetgeving....) vertegenwoordigd zijn, maar ook verschillende therapeutische
invalshoeken, naast ook de externe realiteit. We benoemen onze werking
in die zin als integratief.
In de laatste periode hebben zich belangrijke verschuivingen voorgedaan binnen het centrum en de teampopulatie. Deze veranderingen hebben geleid tot een belangrijk proces van cognitieve arbeid en herwerken van onze missie en therapeutisch denkkader, dat het midden houdt tussen continuiteit en verandering. De belangrijkste veranderingen die we als centrum willen doorvoeren is een beleid van meer openheid en communicatie met onze externe collega-hulpverleners, openheid naar omgeving en familie en een extra aandacht om ons therapeutisch kader ook in te schrijven in de huidige stand van de wetenschap.